-
1 net
adj. netto; schoon (gewicht - winst - salaris enz.)--------n. netwerk; net; val--------v. vangen; netto (inkomen) verdienennet1[ net] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 net3 netmateriaal ⇒ mousseline, tule♦voorbeelden:————————net21 netto ⇒ schoon, zuiver♦voorbeelden:the net result • per saldo————————net32 (met een net) af/bedekken3 netten/fuiken zetten in ⇒ bevissen6 winnen ⇒ opstrijken, (netto) verdienen -
2 spurt
n. gulp, plotselinge, krachtige straal; uitbarsting, vlaag; spurt--------v. spurten; alle krachten bijzetten; spuiten; spatten (v. pen), spuitenspurt11 uit/losbarsting ⇒ vlaag, opwelling3 (krachtige) straal ⇒ stroom, vloed♦voorbeelden:a spurt of flames • een plotselinge zee van vlammenby/in spurts • bij/met vlagen————————spurt2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spuiten ⇒ doen stromen/vloeien -
3 wagon
n. wagon; wagen♦voorbeelden:¶ be/go on the (water) wagon • geheelonthouder zijn/worden -
4 Latinize
v. omkeren in latijns; vertalen in het latijns; gebruik maken van latijnse woorden, 〈 Brits-Engels spelling ook〉 Latinise [ lætinnajz] 〈ook latinize; zelfstandig naamwoord: Latinization〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verlatijnsen ⇒ (ver)latiniseren, een Latijnse vorm geven -
5 hypnotize
v. hypnotiseren; fascineren, biologeren, controleren -
6 reflection
n. weerspiegeling; spiegelbeeld; idee; gedachte; schuld; weerkaatsing♦voorbeelden:on reflection • bij nader inzienwithout reflection • zonder nadenkencast reflections (up)on • bedenkingen hebben bij -
7 cider
n. appelsap; appelwijn; cider -
8 clamorous
adj. schreeuwerig; lawaaierig; aandacht vragend1 lawaaierig ⇒ schreeuwerig, luidruchtig -
9 connection
n. aansluiting; relatie; verband; verbinding; natuurlijk verband; het verbinden; samenhang, verwijzing naar iets; transportatieverbinding, die continue diensten aanbiedt tussen transportatiemogelijkheden; communicatiemiddelen (als telefoonverbinding); leverancier van drugs, drughandelaar (Slang); handel van illegale drugs (Slang)1 verbinding ⇒ verband, aansluiting♦voorbeelden:cut the connection • de verbinding/band verbrekenmiss one's connection • zijn (bus/trein)aansluiting missenin this connection • in dit verbandin connection with • in verband met -
10 deflection
n. afbuiging, afwijking, deviatie1 afbuiging ⇒ afwijking, deviatie -
11 harmonize
v. harmoniëren, overeenstemmen; doen harmoniëren, in overeenstemming brengen; harmoniseren (v. muziek, lonen, prijzen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 harmoniseren ⇒ doen harmoniëren/overeenstemmen -
12 hospitalize
v. opnemen in een ziekenhuis, 〈 Brits-Engels spelling ook〉 hospitalise [ hospittəlajz] 〈voornamelijk passief; zelfstandig naamwoord: hospitalization〉♦voorbeelden: -
13 hybridize
v. Kruisen1 kruisen -
14 hypothesize
v. hypothetiserenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 jell
n. gelantine, gelantineachtig--------v. stijf worden; vorm krijgen (v. idee)jell1→ gel gel/————————jell2♦voorbeelden: -
16 jeopardize
v. riskeren, in gevaar brengen, op spel zetten; compromis sluiten inzake veiligheid of zekerheid van; compromis sluiten inzake succes van1 in gevaar brengen ⇒ riskeren, op het spel zetten♦voorbeelden: -
17 wagoner
n. voerman; vrachtrijder -
18 wagonette
-
19 curb
-
20 sock
n. sok, kous; inleg (i. schoen); klap (i. d. spreektaal)--------v. slaan, meppen; smijtensock1[ sok] 〈zelfstandig naamwoord; in betekenis 0.1 Amerikaans-Engels spelling meervoud ook: sox〉4 windzak♦voorbeelden:————————sock21 meppen ⇒ slaan, dreunen♦voorbeelden:————————sock3〈 bijwoord〉 〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉1 precies♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский